zondag 28 oktober 2012

Mens en samenleving: De uiteenzettingen van prof. Paul Verhaeghe - Deel 2

De tweede uiteenzetting:
'Sociologisch onderzoek van Wilkinson en Pickett toont aan dat er een perfecte correlatie bestaat tussen de omvang van inkomensverschillen enerzijds en zo ongeveer alle belangrijke gezondheidsparameters anderzijds. Kort samengevat: hoe groter de inkomensverschillen in een regio, des te meer mentale stoornissen, tienerzwangerschappen, kindersterfte, agressie, criminaliteit, drugsgebruik en pillen; des te lager de gemiddelde levensverwachting, lichamelijke gezondheid, onderwijsresultaten, sociale mobiliteit en ruimer, de gevoelens van veiligheid en geluk. Bovendien – en dit zal voor veel mensen zeer verrassend zijn – bovendien gelden deze resultaten voor alle lagen van de bevolking, en blijven ze niet beperkt tot de laagste sociale klassen.'

Met het eerste deel ('Sociologisch onderzoek ... en geluk.') ben ik akkoord. Hoe groter de kloof tussen arm en rijk is, hoe erger de situatie in de omgeving zal zijn. 

Met het tweede deel ('Bovendien - ... klassen.') ben ik niet akkoord. Volgens mij kunnen zeker niet alle hierboven beschreven toestanden zich voor gedaan hebben in alle klassen. Volgens mij had elke sociale klasse zijn problemen, maar waren die problemen heel verschillend.

Kijk maar naar de situatie in de ontwikkelingslanden. De arme mensen zijn uitgemergeld, kunnen nauwelijks rondkomen met hun loon (als ze er al één hebben) en krijgen allerhande ellende over zich heen: kindersterfte, criminaliteit, agressie, tienerzwangerschappen, lichamelijk zijn ze soms niet in orde, onderwijsresultaten zijn er bijna niet omdat de meeste kinderen moeten helpen in het huishouden of moeten werken om mee geld te verdienen, ...
De rijke mensen in die ontwikkelingslanden kijken niet eens om naar de armere bevolking.
Zij hebben wel minder te maken met de problemen van de armere bevolking. Hun kinderen kunnen naar school, ze zijn lichamelijk in orde omdat zij een dokter kunnen betalen, zij kunnen gebruik maken van sociale mobiliteit, ze voelen zich veilig in hun grote, stevige huizen en voelen zich ook gelukkiger.

Deze toestanden doen mij denken aan Belgie in de 19de eeuw met Daens. Hier was het toen juist dezelfde situatie.

Denk je er hetzelfde over als ik of heb jij een ander idee? Vertel het gerust!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten